Onderhoudsschema

| Onderhoudsinterval** ** Onderhoudsprocedure**
|----------------------------------|-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------|
| Controleer het veiligheidsvergrendelingssysteem. |
| Controleer visueel of de band lek is. |
| Controleer de messen om te zien of ze versleten, gebarsten of verbogen zijn. |
| Controleer het hele product op beschadigde, ontbrekende of loszittende onderdelen, zoals de uitwerpopening aan de zijkant, schroeven, moeren, bouten, doppen, enz. |
| Controleer of alle afschermingen op hun plaats zitten en goed werken. |
| Controleer de werking van de rem. |
| Na elk gebruik** - Reinig het maaidek. |
| Controleer de bandenspanning. |
| Controleer de vettoestand in de flens van het maaimes. |
| Controleer de achterwielen en zorg ervoor dat de 4 wielmoeren met het aanbevolen aanhaalmoment vastzitten. |
| Controleer de voorwielen en zorg ervoor dat ze vrij draaien. |
| Controleer het parkeerrempedaal. |
| Verwijder de accu uit de maaier en zet het parkeerpedaal in de remstand. |
| Duw de maaier handmatig naar voren om te zien of de maaier verplaatst kan worden. |
| Als de maaier beweegt, laat hem dan onderhouden door een gekwalificeerde servicetechnicus. |

Was this helpful?