VOORDAT U HET PRODUCT START

1. Zorg ervoor dat de lading van het product de eerste keer meer dan 50% is.

2. Controleer of de LED-statusindicator op het laadstation continu GROEN brandt of knippert voor een correcte installatie.

3. Controleer of het product binnen het ingestelde schema werkt. Zie 10.3.2 Schema instellen.

   • Als u buiten de geplande werktijden op de START knop drukt, blijft de machine in het station totdat het volgende schema actief is.

   • Het product werkt onmiddellijk als het opheffingsschema is ingesteld. Zie 10.3.5 Schema opheffen.

4. Zorg ervoor dat het product zich in het geselecteerde werkgebied bevindt (zie 10.5 Bedrijfsmodus instellen).

5. Controleer of het product zich binnen de begrenzingsdraad bevindt.

OM HET PRODUCT TE STARTEN

1. Druk op de knop STOP om de klep van het LCD-scherm te openen.

2. Druk op de POWER knop om het product AAN te zetten.

3. Voer de PIN-code in.

4. Druk op de START knop en sluit het deksel.

LET OP:

• Druk altijd op de START knop voordat u de klep sluit om het product te starten.

• Voor de eerste handeling moet het apparaat de mappingcyclus voltooien.

Was dit nuttig?